Emotionele vervreemding

Als gevoelens liegen

Niveaus van emotionele vervreemding naar een artikel van Andreas Gaugner

vrij vertaald door Wilma te Paske


“Als ik de keus heb tussen het niets en de pijn, dan kies ik de pijn".
William Faulkner

Emotionele vervreemding is een proces, waar wij ons in de loop ervan steeds meer van onze ware gevoelens afsnijden,
Als..:
• Wij als kinderen herhaaldelijk emotioneel afgewezen worden
• Onze problemen niet serieus genomen worden, omdat we ‘nog maar kinderen’ zijn.
• Onze behoefte naar nabijheid en veiligheid geminacht wordt
• Men diepe emotionele groeven in ons slaat
..dan verklaren we ergens onze gevoelens tot vijand. Over onze eigen emoties worden dan surrogaatgevoelens gelegd, die onze ware gevoelens toedekken. Zo hoeven we niet meer de hulpeloosheid en onmacht te ervaren die met de oorspronkelijke situatie binnenkwamen.
Als kinderen zijn we kwetsbaar en hulpeloos en volkomen aangewezen op de zorg van de buitenwereld.
We konden ons er niet aan onttrekken, maar tegelijkertijd ook niet de anderen vertrouwen. We hadden ze teveel nodig. Omdat we hun en hun kwetsend gedrag niet ontlopen konden, bleef meestal de innerlijke terugtrekking over.
Naar buiten toe schijnen we dan misschien sterker als iemand, die z’n pijn openlijk toelaat. Het kan lijken, alsof we ons niets van anderen aantrekken of dat ze ons kunnen raken. Innerlijk snijden we echter een hele dimensie van ons mens-zijn af.
In verdere stadia zien we er vanaf, eisen aan andere te stellen of eigen wensen te uiten. Onder het motto: wie niets wenst, kan ook niet teleurgesteld worden. Dit wordt vaak bijzonder duidelijk in disfunctionerende partnerschapsrelaties. De partner die zelf geen eigen behoeften onthult, sluit zich hierdoor hermetisch af. Hij wordt voor de ander onbereikbaar.
De weg naar emotionele vervreemding is lang. Zelden is het een eenmalige erge ervaring, die ertoe leidt, dat een mens zich van z’n ware gevoelens vervreemd.
Het is een lange innerlijke strijd, tot we emotioneel gebroken zijn en ons aan ons noodlot overgeven. Het opgeven komt niet in één nacht. Door ervaringen wordt de emotionele vervreemding versterkt.
Als we als kinderen ontdekken, dat als we eerder aandacht krijgen, als we huilen of schreeuwen, dan kunnen zich van daaruit snel onbewuste gedragspatronen ontwikkelen, die levenslang met ons mee kunnen gaan. Deze patronen zijn geen willekeurige pogingen tot manipulatie. Ze zijn gewoon de afspiegeling van onze vroegere ervaringen van imprint. Als bij een kind de emotionele behoeften pas beantwoord worden, als het bijna vergaat van de pijn, kent hij ook als volwassene gewoon geen andere manier om de emotionele aandacht te krijgen, die hij zo dringend nodig heeft.
Pas als we ons deze patronen bewust zijn en de daarachter liggende pijn geheeld is, kunnen nieuwe manieren geleerd worden; direct met de wens naar beantwoording van onze emotionele behoeftes naar buiten komen.
Want als we pijn lijden of dat we iets missen, is het onze natuurlijke impuls met onze behoeften naar buiten te komen en in verbinding te brengen met onze omgeving. De eerste schreeuw van een zuigeling is een schreeuw om verbinding.
We geven een signaal, dat we iets nodig hebben, omdat het ons aan iets ontbreekt.
Als we met onze geuite behoeften door de buitenwereld op gepaste wijze beantwoord worden, kunnen we ontspannen en kalmeren we. In het tegengestelde geval zal onze stress in toenemende mate steeds verder escaleren.
Als dit herhaaldelijk gebeurt, dan is dat meestal het begin van de emotionele vervreemding.

Het heeft vaak een typisch verloop van een lager naar het volgende hogere niveau. Niet alle mensen doorlopen alle fasen van emotionele vervreemding. Zoals genoemd: vooral in onze kindertijd hebben we de meeste processen aangeleerd.
Een kind dat vroeger pas op de gepaste wijze behandeld werd, tot het zich boos en ergerlijk gedroeg, zal ook als volwassene zelden verder gaan dan dit niveau. Vooropgesteld dat emotionele stress niet de overhand krijgt.
Als een mens herhaaldelijk dermate behandeld werd, tot hij verzwolgen werd in tranen en verdriet, zo zal hij vrijwel zeker later bij dergelijke stress meteen met verdriet op een onvervulde behoefte reageren. Zelfs nog voor hij blijk gegeven heeft van z’n eigenlijke behoefte en z’n omgeving überhaupt de kans gekregen heeft, om dat te vervullen.

Aandacht is voor ons van levensbelang!
Hoe jonger we zijn, hoe meer. We moeten weten, dat men zich om ons bekommert als we schreeuwen, huilen of op andere wijze onze behoefte uiten.
Zou onze moeder zich niet om ons bekommeren, als we aandacht nodig hebben, dan kunnen we sterven. Kinderen die geen toegewijde positieve aandacht konden krijgen, leren dan om negatieve aandacht te krijgen. Want negatieve aandacht is beter, dan helemaal geen aandacht.
Liever geslagen te worden, als niet opgemerkt te worden. Veel carrières tot tiran zijn hierdoor verklaarbaar.
Genoeg vooraf.

De weg naar de emotionele vervreemding

Een sterk vereenvoudigd beeld schematisch beeld.

Als de beantwoording van onze uiting van onze behoeften uitblijft van onze omgeving, of het komt niet in de gepaste vorm, dan escaleert onze innerlijke stress. Stapsgewijs gaan we verder om onze onvervulde
behoefte tot uitdrukking te brengen om gehoord worden. Als we dan uiteindelijk wel adequaat beantwoord worden, dan hebben we meteen de leerervaring, dat we ons op deze wijze gedragen moeten om te krijgen wat we nodig hebben.

Geen vervreemding – De ideale situatie
Als we ons met onze pijn vanwege een onvervulde behoefte tot onze omgeving wenden en we worden op gepaste wijze bejegend, dan ontwikkelen we geen emotionele vervreemding.

Het basispatroon is dit:
Onvervulde behoefte ->  Stress ->Gepaste bejegening -> Ontspanning
Voorbeeld:
Als een baby honger heeft en om z’n moeder schreeuwt, dan is er een onvervulde behoefte, waaruit emotionele stress ontstaat.
Als het kind herhaaldelijk beleeft en hij erop vertrouwen kan dat z’n moeder op zijn signaal naar hem toekomt en z’n behoefte aan voeding vervult (in z’n geuite behoefte gepast bejegent), dan ontspant hij zich.
Hij heeft ervaren en verinnerlijkt, dat z’n omgeving op z’n primaire geuite behoeften gepast reageert. Er is geen reden voor emotionele vervreemding. Zo'n kind kan zich gezond ontwikkelen.

Fase 1: Boosheid en woede
Als we op de uiting van onze primaire behoeften geen gepaste reactie krijgen, stijgt ons stressniveau en escaleren we naar de volgende laag: het 1e niveau van de emotionele vervreemding.
Gevoelens op dit niveau zijn boosheid, woede, agressie. Deze emoties dekken de pijn van de onvervulde behoefte toe en moeten gelijktijdig de omgeving duidelijk maken hoe serieus het is met onze noden.
Agressieve gevoelens zijn activerend en uitdijend. Ze dringen zich naar buiten en voelen bij lange na niet zo machteloos, als de onmacht en vertwijfeling die we hebben over onze onvervulde behoeften.
Tegelijk moeten ze degene die we tegenover ons hebben, bewegen zijn of haar houding te veranderen. Op dit niveau worden we tamelijk ongemakkelijk. Onze agressieve gevoelsuitingen moeten de anderen stress bezorgen en onaantrekkelijk te maken om te volharden van zijn/haar weigering

Het basispatroon ziet er zo uit:
Onvervulde behoefte ->  stress ->gebrek aan beantwoording -> meer stress -> boosheid en woede
Voorbeeld:
Een zesjarige jongen staat met z’n moeder bij de kassa in de supermarkt. Vanzelfsprekend staan daar allerlei lekkernijen tentoongesteld. De supermarktmanagers zijn niet dom. Ze weten dat het de wensen van kinderen stimuleert en tot discussies met ouders leidt.
De jongen ziet daar zijn lievelings-chocoladereep en voelt plotseling een grote zin om dat te eten. In hem ontstaat een onvervulde behoefte.

Dit maakt hij z’n moeder kenbaar door haar te vragen om die reep voor hem te kopen. De moeder blijft echter hard en weigert zijn behoefte te vervullen.
Daardoor wordt het verlangen van de jongen nog groter ( de innerlijke stress stijgt). Hij wordt boos en woedend op z’n moeder en begint zijn woede te uiten. Hij stampt met z’n voeten en maakt een grote scene. Uiteindelijk geeft de moeder toe, omdat haar deze scene voor de andere klanten te beschamend is. Ze vervult dus alsnog z’n behoefte. En daarmee heeft de jongen iets geleerd: “Als ik maar woedend en boos genoeg ben, krijg ik uiteindelijk wat ik wil”

Fase 2: Verdriet
Als op het 1ste niveau de gepaste bejegening uitblijft, worden we verdrietig. Het verdriet bedekt dan zowel de boosheid over het niet vervullen van de oorspronkelijke behoefte, als ook de oorspronkelijke behoefte zelf.
Als we als kinderen ervaren hebben, dat men pas op ons reageert, wanneer we verdrietig zijn, ontstaan daaruit weer leerervaringen voor het latere leven. We hebben dan geleerd dat we eerst echt verdrietig moeten zijn, om te krijgen wat we nodig hebben.
Zo iemand slaat meestal de eerste fase van boosheid over en richt zich bij een verschijnende behoefte meteen met geuit verdriet naar buiten.

Het basispatroon hiervoor ziet er zo uit:
Onvervulde behoefte -> stress -> gebrek aan beantwoording -> meer stress -> boosheid en woede -> opnieuw gebrek aan beantwoording -> nog meer stress -> verdriet
Voorbeeld:
We blijven bij het voorbeeld van de jongen in de supermarkt. Als hij herhaaldelijk ervaart, dat hij ook met zijn boosheid niet verder komt, dan wordt hij uiteindelijk verdrietig.
Veel ouders kunnen het verdriet van hun kinderen niet verdragen.
Bovendien had de moeder van het voorbeeld misschien angst, als ze niet in zou gaan op het huilen en vleien van haar zoon, voor de andere klanten als ontaarde moeder te worden gezien.
De ondervonden sociale druk op de moeder stijgt. Het wordt moeilijker voor haar om bij haar weigering te blijven. Daarom besluit ze uiteindelijk toch eraan toe te geven om aan de behoeften van haar zoon te voldoen.
De zesjarige heeft geleerd: “Als ik verdrietig ben, krijg ik wat ik nodig heb”

Fase 3: Het opgeven / terugtrekken
Als we herhaaldelijk ervaren, dat ons verdriet niets bewerkstelligt, dat al onze pogingen om onze omgeving aan onze behoefte te laten vervullen, vergeefs blijken, blijven we ergens steken en geven we het op. We trekken ons terug in onze innerlijke wereld. We doen steeds minder mee met de buitenwereld. We geven ons over aan dagdromen en verwachten niet veel meer van het leven, zeker niet van anderen. In dit afzien vragen we nauwelijks nog iets van onze omgeving.
“Als ik niets verwacht, hoef ik ook niet gekwetst te worden”
Dit niveau gaat gepaard met gevoelens van gevoelloosheid, afgestomptheid, niet meer meedoen en onverschilligheid. Wie zich daarin herkent, kan veel overeenstemming zien met de beschrijving van de klassieke reactieve depressie.
Het opgeven en depressie hebben veel gemeenschappelijk. Terugtrekking kan ook op een verdekte manier tot uiting komen. Een mogelijkheid hier is overdreven plezier. Veel doorgedraaide work-o-holics hebben zich in werkelijkheid diep van binnen teruggetrokken. De psychopathologie is bekend met verschillend vormen van depressie.
Bijvoorbeeld de ‘geagiteerde depressie’. Hier verbergt zich de depressie onder overdreven verontwaardiging, drukte en onechte hilariteit. Overdreven zelfmedelijden kan evengoed een vorm van verkapte terugtrekking zijn.
In de terugtrekking vragen we helemaal niet meer naar de chocoladereep, omdat we niets meer verwachten.

Het basispatroon voor de 3e fase is:
Onvervulde behoefte -> stress -> gebrek aan beantwoording -> meer stress -> boosheid en woede -> opnieuw gebrek aan beatwoording -> nog meer stress ->verdriet -> opnieuw gebrek aan beantwoording -> nog meer stress -> terugtrekking

Fase 4: Lichamelijke symptomen (psychosomatiek)
Als de stress die door psychische conflicten in het lichaam doorwerkt, met de tijd tot lichamelijke symptomen leidt of vanuit de psyche naar het lichaam verplaatst wordt , bevinden we ons in de 4e fase van emotionele vervreemding. Dit kan ontstaan als direct gevolg van de langdurige stress, of in de betekenis van een afweermechanisme, zoals Sigmund en Anna Freud het gedefinieerd hebben.

Twee mogelijkheden:

  • Conversie: Een oorspronkelijk psychisch conflict wordt verplaatst naar lichamelijke
     symptomen. Deze staan in een symbolische relatie tot het verborgen conflict. Bijvoorbeeld het vroegere begrip “hysterische verlamming.
  • Somatisering: een oorspronkelijk psychisch conflict wordt niet psychisch, maar in de vorm van lichamelijke symptomen ervaren. Deze geven in tegenstelling tot conversie geen expressie, dus geen kenmerken tot het eronder liggende psychische conflict.

Bovenstaande voorbeelden zijn opzettelijk nogal alledaags gekozen en zijn niet educatief bedoeld. Het gaat me erom de achter het principe van de emotionele vervreemding werkende dynamieken helder te maken. In het echte leven gaat het vanzelfsprekend om meer als de niet erkende chocoladereep.

De gepaste bejegening.
Er moet niet de indruk ontstaan, dat we zodra ons iemand de vervulling van een behoefte ontzegt, we in emotionele vervreemding afglijden. Dat is niet het geval.
Beslissend is de emotionele toegewijdheid, niet zozeer de vervulling of niet-vervulling van onze behoeftes. Als kinderen moeten we gewoon ervaren, dat we in onze behoeften gezien worden. Empathie is het sleutelwoord.
Als jij jouw kind toegewijd uitlegt, waarom je niet aan zijn wens tegemoet wilt komen, doe je het goed. Vanzelfsprekend zal hij het niet fijn vinden, als hij de chocoladereep of het speelgoed niet krijgt. Maar daar gaat het niet om. Belangrijk is het alleen dat hij zich gezien voelt in zijn behoefte, ook als het hem om verstandige reden niet geboden wordt.
“Jonas ik weet dat je graag die chocoladereep wil. Dat begrijp ik goed, want vaak zou ik ook wel zoveel willen eten totdat ik uit elkaar barst. Herinner je je onze afspraak van donderdag nog? Toen we gezegd hebben, dat je 2 repen in de week mag hebben? Chocola slecht is voor je tanden en papa en mij vinden het belangrijk dat je gezond blijft en geen kiespijn krijgt. Kijk, je hebt er maandag en woensdag één gehad. Nu is het zaterdag, dat betekent dat je voor deze week je chocola al hebt gehad. Nog 2 keer slapen en dan krijg je de volgende. En dan ook een echte grote als je wilt. Snap je?”
Misschien is Jonas het er toch niet mee eens en maakt nog meer stennis, wat bij een zesjarige psychologisch gezien niet zo onwaarschijnlijk is. Maar zeker zal hij, als zijn ouders toegewijd blijven, later geen problemen ontwikkelen met emotionele vervreemding.
Emoties zijn geen betrouwbare graadmeter voor het succes van het ontwikkelingsproces.
Uit het bovenstaande blijkt, dat onze emotionele staat van geest geen betrouwbare graadmeter is voor het succes van een coaching – of therapieproces.
Stel, iemand zat in een bepaalde situatie op niveau 2 (verdriet) bevroren en merkt alleen, dat er een ongekende woede opkomt, die hij voordien nooit ervaren heeft. Dan zal hij zich subjectief gezien daardoor niet beter voelen. In tegendeel, deze onbekende gevoelens kunnen hem doodsangst aanjagen.
Gezien vanuit het proces is degene druk bezig om zich door de lagen van zijn emotionele vervreemding heen te worstelen. Hij wordt daardoor meer bedreven vanuit zijn ware aard te leven.
Deze samenhangen moet men kennen, als men met menselijke ontwikkelingsprocessen te maken heeft. Zowel als hulpverlener, cliënt, ouder of echtgenoot.