Jaren geleden hoorde ik hoe een therapeut een metafoor vertelde, die ik wat bewerkt heb en in eigen bewoording weergeef:
"Er liep een man ergens op straat waar een groot gat in de weg geslagen was.
Hij was helemaal in gedachten verzonken en zag het gevaar niet.. hij struikelde en ja hoor: hij viel er in..!
Hij viel.. en viel .. heel diep, …de klap kwam hard aan.
Hij deed z’n ogen open, maar kon niets zien want het was pikdonker.
Heel langzaam kwam hij bij bewustzijn en begon langzaam iets te onderscheiden in het
donker. Hij zag dat hij niet alleen was en ontdekten veel meer mensen, die er net als hij ook ingevallen waren.
Allemaal zagen ze er somber uit en, depressief, ziek, zwak en vooral eenzaam. De mensen hadden ook nauwelijks contact met elkaar.
Hij voelde zich zelf ook eenzaam en mislukt.
Zo verbleef hij jaren in de donkere put…
Op een gegeven moment ontdekte hij, dat steeds meer mensen bijkwamen, maar ook
gingen er mensen weg..
Hij vroeg zich af: “ooit ben ook ik hierin gevallen,.. dus er moet toch
ergens een opening zijn;.. waar zou die ergens zijn?”..
Hij besloot op zoek te gaan, en uiteindelijk vond hij tenslotte ergens een stuk hoger een
lichtschijnsel. Dat moest een opening zijn.!
Hij besloot om te proberen omhoog te klimmen.., hij had immers niets meer te verliezen.
Het was moeilijk omhoog te klimmen, maar hij hield vol! Na een heel aantal pogingen en valpartijen lukte het hem!
Hij was naar boven geklommen en kon door de spleet naar buiten klimmen!
Eindelijk na vele, vele jaren liep hij weer op straat. Hij kon z’n geluk niet op en rende en danste wat hij kon. Hij kon het wel uitschreeuwen van vreugde!
Hij wilde de wereld verkennen. Hij liep verder een volgende straat in helemaal in de wolken.…..
En weer lette hij niet op, en zag niet dat ook daar weer een gat in de weg zat. Hij zag het te laat en viel er weer in!
Hij voelde zich ontzettend ellendig: had hij zolang zoveel moeite en pijn voor niets geleden?... Hij moest dat verwerken..
En zo duurde toch wel weer een poos voor hij tot het besef kwam, dat ook hier net
als in de vorige put, ook ergens een opening moest zijn….
Hij raapte zichzelf bij elkaar en ging weer op zoek en ja hoor: hij vond de opening! Opnieuw begon hij de klim naar boven en weer lukte het! Hij was weer vrij!
Hij vervolgde hij z’n weg opnieuw, ging de hoek om…. En ja hoor: weer een gat!! Weer te
laat gezien, waardoor hij er weer in viel.
Hij was kwaad op zichzelf, dat hij niet beter opgelet had.
Maar nu besloot hij vrijwel meteen om de opening te zoeken…. Al snel vond hij hem en
klom naar de vrijheid… Weer gelukt!
Hij hervatte z’n weg, ging de hoek van de straat om.. weer een gat…Nu had hij beter opgelet, wat deze zag hij deze wel!.. Heel behoedzaam liep hij erom heen en merkte dat het lukte. Hij werd blij: het was het was hem gelukt erom heen te gaan door zich bewust te zijn van de gaten in de weg en daarop te letten.
Bij de volgende straat zag hij weer een gat en hij dacht: ‘‘oh ja,.. een gat’’… en daar kon hij
rustig omheen lopen…."