Communicatie oftewel het uitwisselen van signalen en boodschappen
(In het Latijn betekent communicatie VERBINDING)
“Wat is het hier heet!”zegt Alie tegen haar man Dirk als ze de kamer binnenkomt. Dirk zucht en staat meteen op om de thermostaat aan te passen. Wat gebeurt hier? Als je let op wat Alie letterlijk zegt, dan is dat niet meer dan een constatering, een opmerking die je voor kennisgeving aan kunt nemen. Maar wat doet Dirk? Hij voelt zich kennelijk aangesproken, omdat hij meteen in actie komt.
Er zijn twee verschillende niveaus waarop er gecommuniceerd wordt: INHOUD en BETREKKING.
Inhoud wil zeggen: wat er letterlijk gezegd wordt. Betrekking wil zeggen: wat er bedoeld wordt.
Alie zegt tegen Dirk haar man, die naar de stad gaat: “Ik weet niet of er nog genoeg shampoo is.” Ze bedoelt: ik wil graag dat jij voor mij shampoo meebrengt. Maar dat zegt ze niet. Als Dirk later thuiskomt zonder shampoo, is Alie boos. “Ik heb het je toch gezegd!” Waarop Dirk zegt: “Dat heb je me niet gevraagd!”
Hier gaat de communicatie dus vaak mis. Vaak zeggen we iets anders, dan wat we precies bedoelen. Dirk luistert naar wat er letterlijk gezegd wordt en Alie veronderstelt dat Dirk precies weet wat zij bedoelt. Zo ontstaan er een boel misverstanden, die soms volledig uit de hand lopen. Als Alie duidelijk is in wat ze tegen Dirk zegt, bijvoorbeeld: “Ik heb geen shampoo meer, wil jij dat voor me meebrengen als je naar de stad gaat?”, dan is het helder, dan is de inhoud en de betrekking met elkaar in overeenstemming, dan is het congruent
Verbaal
Nog een andere vorm. In de communicatie zijn er ook nog twee andere vormen: verbaal en non-verbaal.
Verbaal is de taal, het zijn de woorden, die gebruikt worden. Non-verbaal is de lichaamshouding, de intonatie, de gezichtsuitdrukking, enzovoort. Het is een groot misverstand te denken dat het verbale deel het belangrijkste is. In werkelijkheid maakt dat maar circa vijf procent uit! Het non-verbale deel omvat naar schatting meer dan 95 procent.!
verbaal
Als twee hondjes elkaar tegen komen, dan moet je maar eens opletten hoe die communiceren: snuffelen, grommen, haren overeind, kwispelen, enzovoort. Ze spreken geen woord, maar hun non-verbale taal spreekt boekdelen. In de non-verbale communicatie kun je niet liegen! Als iemand iets beweert en z’n lichaamstaal komt niet overeen met wat hij zegt, dan geeft dat vaak een vaak onderbuik gevoel, zo van: hier klopt iets niet, of ik geloof hem niet. Als dat wat iemand zegt niet in overeenstemming is met de ‘uitstraling’ (het non-verbale) dan is het niet congruent. Het klopt niet. Dit is wat je voelt ergens in je onderbuik, hoewel je het soms niet eens kunt benoemen. Luister daar maar naar, want wat je in je onderbuik voelt, dat is meestal juist, ook al heb je van jongs af aan geleerd dat het niet juist is.
Er speelt nog meer in de communicatie: namelijk degene die iets vertellen wil: deze persoon heeft een ‘boodschap’ en die wil hij ‘uitzenden’. Daarvoor is er natuurlijk ook iemand nodig die luistert: de ontvanger.
Er is dus sprake van een ZENDER BOODSCHAP ONTVANGER. Dat is nog niet alles: degene die spreekt, is niet altijd helder. En degene die het aanhoort, luistert soms niet goed. Er kan dus veel RUIS tussen zitten…
Deze ruis komt door onze ‘waarneming’ van allerlei signalen (perceptie). Wat we waarnemen, kan moeilijk te bevatten zijn, we kunnen dat soms niet verwerken en geven onze eigen ‘vertaling’ er aan. Dit heeft vaak te maken met hoe we als kind geleerd hebben te communiceren. Vooral ook: hoe onze ouders communiceerden met ons, met elkaar, met anderen: waren ze helder en duidelijk in wat ze zeiden? Of juist niet? Met een heel verhaal en een omweg praten? enzovoort.
Het is dus een hele uitdaging en vaak een leerproces, om helder en duidelijk met elkaar te praten, dus CONGRUENT te zijn. Bovendien dat we werkelijk menen wat we zeggen, dus dat we eerlijk en AUTHENTIEK zijn. Als we dat doen, dan zal de boodschap goed overkomen bij degene die luistert. Overigens… één van de moeilijkste zaken in de hele communicatie is echt LUISTEREN.
(november 2010)