Ik ben opgegroeid op een boerderij. Zo vroeg ik me kan herinneren liepen daar ook katten rond. Ze hadden maar één belangrijke functie: muizen vangen. Ze werden dagelijks gevoerd en kregen een bord brokkenpap, voor wie dat niet weet: oud brood met melk. Verdere bekommernis was er niet; die katten redden zich immers wel.
Ik was een jaar of 10 toen ik een klein zwart katje opmerkte, dat ik nog niet eerder gezien had. Ik bevond me op dat moment in het washok en hoorde een geblaas: daar zat hij in de hoek, oren plat naar achteren en vervaarlijk naar mij te blazen. Toen ik hem wilde benaderen lokte elke stap een agressieve reactie op, hij stond bijna rechtop en haalde flink naar me uit met z’n voorpootjes.
Ik zag dat dit katje erg angstig was en waarschijnlijk iets vreselijks had meegemaakt. Ik besloot dat ik hem wilde pakken en besefte dat ik dat heel voorzichtig moest doen. Hij zat in een hoek en kon nergens heen. Ik ging op de grond zitten op veilige afstand en begon centimeter voor centimeter zijn richting uit te schuiven. Bij elke beweging begon hij te blazen en uit te halen, nagels wijd uit. Ik wachtte dan tot hij weer rustig was en schoof dan opnieuw een klein stukje op. Ik weet niet meer hoe lang het geduurd heeft, maar uiteindelijk was ik zo dichtbij hem, dat er geen ruimte meer over was en ik hem tegen me aan kon voelen. Toen ik heel voorzichtig mijn hand uitstak, leek hij dat te accepteren. Hij liet zich aanraken! Ik begon hem zachtjes te aaien en hij liet het toe.! Zo kon ik hem ook voorzichtig optillen en op m’n schoot nemen. En warempel na een tijdje begon hij te spinnen.! Hij was z’n angst te boven gekomen en had zich overgegeven.
Vanaf die dag was het katje zo mak als een lammetje. Als hij me zag liep hij snel miauwend naar me toe met z’n staart rechtop en wilde geaaid worden. Het was het liefste katje wat we ooit gehad hebben.
Het is me altijd bijgebleven hoe angstig die kat was en hoe hij dat kon overwinnen: Alleen doordat hij zich veilig ging voelen en ik z’n angst respecteerde en afstemde op wat hij aankon.
Waarom ik dit deel?
Ik merk dit ook zo vaak als ik met mensen werk. Pas als er vertrouwen is en het gevoel dat ze veilig zijn, durven ze het aan bij zichzelf naar binnen te gaan, naar hun pijn of ellende, wat vaak nog diep verborgen ligt en wat regelmatig de kop op steekt.
Al vanaf het vroegste begin ontwikkelt een kind afweermechanismen in situaties die bedreigend of gevaarlijk. Het is een manier om zichzelf te beschermen en om te overleven.
Het wordt alleen lastig als dit gedrag ook latere situaties ingezet worden. Dan kan het juist remmend of blokkerend werken.
Overlevingsgedrag kan hardnekkig zijn. Het is een spoor geworden, wat je moeilijk verlaten kunt. Dit is ook in de hersenstructuur waar te nemen. Bij kinderen die liefdevol door ouders verzorgd worden, is in de hersenen een gezonde structuur waar te nemen. Bij kinderen die al jong verwaarloosd zijn of mishandeld, is deze structuur duidelijk anders en minder ontwikkeld.
Hieronder een foto van 2 kinderen met rechts een scan van een kind uit een Roemeens kindertehuis wat ernstig verwaarloosd is.
Niet alleen de structuur is anders, ook de hersenen zijn kleiner. Deze kinderen zijn in een voortdurende staat van alertheid, alsof er nog steeds gevaar is.
Door m’n werk heb ik vaak meegemaakt dat trauma’s opgelost kunnen worden.! Er worden daardoor nieuwe verbindingen in de hersenen gemaakt. Gedrag wordt anders. Mensen worden rustiger.
Door opstellingen kunnen trauma’s zichtbaar worden, waardoor nieuwe inzichten gekregen worden en andere keuzes gemaakt kunnen worden.
Het kan een lange weg zijn, maar elke stap in de goede richting geeft een beter gevoel.