Het is altijd fijn iemand te ontmoeten die ‘trouw’ is of die “betrouwbaar’ is. Op zo’n persoon kun je rekenen, daar kun je van op aan, daar kun je op bouwen.
“Trouw’ is een eigenschap of een gedrag wat ontwikkeld wordt. Het is niet zo dat je dat ermee geboren bent of dat vanzelf al bent.
‘ Trouw zijn’ leer je van kinds af aan door het voorbeeld dat je ouders je geven. Als zij ‘betrouwbaar’ zijn en oprecht, dan ervaar je dat aanvankelijk als een ‘norm’ wat geleidelijk ook je eigen levenshouding wordt. Je verinnerlijkt het in jezelf, het wordt een belangrijke waarde voor jezelf en je zult dan ook iemand worden, waar anderen van op aan kunnen.
Maar wat als je dat voorbeeld niet gehad hebt.? Als je niet van ouders op aan kon, of als ze onbetrouwbaar of emotioneel niet beschikbaar waren?
Voor een klein kind is dat niet te accepteren, het kind kan die werkelijkheid niet onder ogen zien.
Omdat het er toch mee te dealen heeft, zal het kind er een draai aan geven; het ‘verdraait de realiteit’. Het kind kan bijvoorbeeld ervan overtuigd raken dat het aan hemzelf ligt en dat het zich beter gedragen moet.
Uiteindelijk doet het kind er alles aan om de ouders tevreden te stellen en door hun gezien en erkend te worden, waarbij het zich meestal richt op de ouder waarbij het de meeste kans van slagen heeft.
Een voorbeeld is Jans: Zij bezoekt elke dag haar moeder die al 4 jaar in een verpleeghuis zit en zwaar dement is. Ze kent haar dochter niet meer. Jans zingt elke dag kinderliedjes met haar en daar wordt moeder blij van. Jans heeft zelf ook kinderen en kleinkinderen, maar daar heeft ze niet zoveel tijd voor. Als ze een keer overslaat haar moeder te bezoeken, voelt ze zich schuldig, want ze vindt haar moeder zo zielig.
Jans’ moeder, Dora, verloor haar moeder op 3 jarige leeftijd. Vader hertrouwde een paar jaar later en er kwamen nog 4 broers en zussen. Dora is heeft de dood van haar moeder nooit kunnen verwerken. Ze kreeg later zelf 3 kinderen en tussendoor nog 2 miskramen. Jans is de oudste van haar kinderen. Onbewust heeft Jans zich haar moeders verdriet aangetrokken en zich verantwoordelijk gaan voelen om moeder gelukkig te maken. Dit voelt ze nog steeds als haar taak. Zonder dat ze zich hiervan bewust is, zit ze gevangen in de loyaliteit met haar moeder. Ze heeft hierdoor niet haar eigen identiteit ontwikkeld, laat staan zichzelf kunnen ontplooien. Met haar kinderen heeft ze geen hechte band, die hebben afstand van haar genomen en zijn druk met hun eigen gezinnen en hun werk.
Zo kan een familiedrama doorwerken naar volgende generaties.: Doordat Dora zo vroeg haar moeder verloor, kon zij geen kind zijn; daardoor kon ze ook geen moeder zijn voor haar kinderen o.a. Jans. Doordat tekort aan echte aandacht heeft Jans er haar hele leven naar gestreefd om door haar moeder gezien te worden. Voor haar eigen kinderen was Jans dus ook niet beschikbaar als moeder..
Kleine kinderen creëren een romantisch beeld van hun ouders, omdat ze letterlijk te klein en kwetsbaar zijn om de waarheid te verdragen. Bovendien zijn ze afhankelijk van hun ouders.
Het kind ontwikkelt daardoor onbewust een loyaliteit, meestal naar één van de ouders, wat zich diep verankerd en meegroeit in de volwassenheid. Hierop kan zich later gemakkelijk de overtuiging ontwikkelen dat je altijd trouw moet zijn aan de ander of aan je meerdere.
Hierdoor ben je niet meer trouw aan jezelf en kun je jezelf behoorlijk kwijtraken.
Dit kan tot grote innerlijke conflicten leiden, want eigenlijk wil je niet meer doorgaan op deze manier, maar een stem in je zegt, dat het wel moet.
Het bovengenoemde is een voorbeeld van wat Bert Hellinger (grondlegger van familieopstellingen) noemt: loyaliteitsverstrikkingen.
Je bent verstrikt of verward met de ziel van je vader of je moeder of andere voorouders. Je bent niet vrij. Ook je ouders zijn niet vrij, anders hadden ze je niet in deze verstrikking meegezogen, maar ook zij zijn zich daarvan niet bewust.
Jezelf bevrijden kan alleen als je je bewust wordt van deze verstrikkingen.
Wat is van jou? Wat heb je onbewust en onbedoeld overgenomen?
Het onder ogen zien, dat je ouders er niet echt voor je waren, onbetrouwbaar waren voor jou, blijkt vaak erg moeilijk. Het voelt vaak als verraad. Je wilt het beeld dat je hebt gecreëerd over je ouders niet loslaten.
Heling kan alleen plaatsvinden, als de werkelijkheid, die soms erg pijnlijk is, onder ogen gezien wordt. Hiervoor heb je toch vaak andere mensen nodig, die je een spiegel voorhouden.
Opstellingen van het Verlangen bieden zo’n spiegel. Hier kun je veel helderheid en nieuwe inzichten krijgen. Daardoor kun je andere keuzes kunt maken, die je leven een andere wending geven.
Trouw zijn of loyaliteit kan echter ook doorslaan naar de negatieve kant.