Hoe meer ‘IK’, hoe meer eigenwaarde

Wat is het 'IK' ?

 

De vraag: Wie ben ik?' is een eeuwenoude vraag..!

wie ben je?

Als je naar jezelf wijst, waar wijs je dan naar? Naar je hoofd? Naar je benen? Nee, dan wijs je naar je hartstreek. Kennelijk bevindt zich daar jouw wezenskern. En als iemand je vraagt: “Wie ben je”?,  dan vertel je misschien iets over je beroep, functie of een gedrag? Zoals: ‘Ik ben verpleegkundige, boekhouder of schilder, ik ben moeder van.. of de zoon van.., student, zelfstandig ondernemer’ etc. Misschien zeg je: ‘ik ben onzeker, chaotisch, een doorzetter, een angsthaas, een onderzoeker of opportunist’. etc.
Maar zegt dat iets over wie je bent? Over jouw essentie?

Hoeveel 'IK' is er nog over, als je geen beroep meer hebt, als je functie als moeder, verzorger niet meer je taak is... Wat betekent dan dat 'IK' eigenlijk?
Door Opstellingen van het Verlangen wordt volgens Prof. Ruppert, steeds meer zichtbaar hoe dat ‘IK’ in veel situaties nauwelijks een kans heeft gehad om zich te kunnen ontwikkelen. Als bijvoorbeeld je moeder tijdens de zwangerschap overbelast was, of niet zwanger wilde worden, hoe moet dat dan geweest zijn voor jou als klein wezentje in de buik van je moeder..? Hoe je moeder zich voelt tijdens de zwangerschap, is van grote invloed geweest op jouw ontwikkeling Als er veel spanning en stress is geweest, dan ontwikkel je een enorme alertheid voor gevaar en deze toestand wordt dan een soort basisstructuur van overlevingsgedrag, Dat zit in het zgn. ‘reptielenbrein’ en hierop wordt je lichaam aangestuurd en in staat van paraatheid gebracht. In zo’n toestand is er geen ruimte voor het ontwikkelen van een identiteit. Dit kan pas als de omgeving veilig is en als je moeder present is voor jou. Zij speelt hier een sleutelrol. Zij is de persoon, waar een (ongeboren) baby volkomen afhankelijk van is en daarom ook de eerste persoon aan wie een kind zich bindt. Het is de primaire relatie van iedereen.! (Bolwby) De vader is meestal de secundaire relatie, welke ook heel belangrijk is, in eerste instantie voor de ondersteuning van de moeder.

In de eerste levensperiode kun je jezelf leren ervaren doordat je moeder jou “spiegelt’ en jouw behoeften herkent en benoemt. Het is belangrijk dat je moeder jou kan ‘lezen’ en begrijpt wat er met je aan de hand is en wat je nodig hebt. “Je hebt honger, ik zal je gauw eten geven’ of ‘Je hebt het koud hè, ik zal een lekkere warm deken om je heen doen’. Hierdoor leer je je eigen behoeftes en gevoelens kennen, door jezelf in haar ogen en weerspiegeld te zien. Zodoende leer je gaandeweg dat je een eigen wezen bent met een eigen IK; dan kom je daardoor langzaam los van de identificatie met je moeder. (uit 'Je verlangen, dwaallicht of kompas" van Margriet Wentink)

Er zijn helaas maar al teveel moeders, die daartoe niet in staat zijn, of daar geen aandacht voor hebben, omdat ze zelf teveel belast of getraumatiseerd zijn.
Dan blijft het kind gericht op de behoeften van de moeder en kan niet van haar loskomen.
Dit werkt ook door in het latere leven: Ook als volwassene blijf je dan gericht op anderen; hun mening is belangrijk. Heel vaak wordt dan ook een beroep gekozen, waarbij inleving en dienstbaarheid belangrijk zijn: in de zorg, in het onderwijs etc. En aangezien aandacht en zorgen voor de ander de focus is (bovendien kan het nooit genoeg zijn) , ontwikkelen deze mensen niet zelden een burn-out of een chronische ziekte.

Hoe minder ‘IK’ iemand ervaart, hoe minder eigenwaarde..!

Door dit gebrek aan eigenwaarde wordt dan compensatie gezocht bij andere personen, of situaties of daaraan toegekend. Buiten zichzelf dus. Daardoor identificeert men zich met anderen en hun lot. Hierdoor raken mensen snel verstrikt in de tragedies van anderen, alsof het hun zelf aangaat. Of men zoek eigenwaarde het in materiële dingen, wat helaas vaak maar kort voldoening geeft, waardoor al snel het volgende object begeerd wordt. Dit kan zich uitbreiden tot zelfs prestatiedwang of machtswellust., wat extreme gevolgen heeft.

Als je voldoende IK - gevoel hebt, ben je tevreden met wie je bent. Je hoeft je dan niet meer te bewijzen. Dan kun je de bij jezelf blijven en naast de ander zijn met al zijn emoties zoals pijn, verdriet, angst, zonder dat jij je daar zelf schuldig over voelt of dat je denkt er iets aan te moeten doen.

Dan weet je wat je wel wilt en niet wilt en kun je volmondig "ja" of "nee" zeggen zonder enig schuldgevoel.

Jouw IK is je IDENTITEIT. Dat wat je in je diepste wezen bent. Het is je bewust-zijn, het is de waarnemer van je gedachten en gedrag.

Opstellingen van het Verlangen maken zichtbaar hoe jouw 'IK'  zich heeft ontwikkeld, of misschien nauwelijks een kans heeft gehad. Doordat dit helder wordt, kun je andere keuzes maken, keuzes vanuit je zelf!